De wondere wereld van het publieke territorium

De wondere wereld van het publieke territorium

Met enige regelmaat blog ik over onze primitieve kanten die bij het autorijden naar boven komen. Eén daarvan is territoriumdrift. Er zijn mensen die denken dat we het veroveren en afbakenen van territoria lang achter ons hebben gelaten, maar zij hebben het mis. We zijn nog steeds gebrand op het verdedigen van onze eigen ruimte, vooral de ruimtes die we primaire territoria noemen. Dit zijn plekken die we bezitten en die een centrale plek in ons leven innemen; met name ons huis, onze tuin en onze auto dus. Heggen, hekken, honden, sloten en alarminstallaties worden in stelling gebracht. Wie ongeoorloofd in onze privé-domeinen komt, heeft een probleem.

Psychologisch eigenaarschap

Maar zeker zo interessant is ons gedrag omtrent publieke territoria. Dit zijn de plekken die we tijdelijk denken op te kunnen eisen. In principe zijn deze openbaar toegankelijk, ruimte die van iedereen is, maar o wee als wij ze hebben ‘bezet’ of als wij onze zinnen er op hebben gezet. Denk maar eens aan het beslag leggen van de stoel naast je in de trein met behulp van tas of jas. Of denk aan het opeisen van stukken asfalt op de snelweg waar dan net iemand anders ook aanspraak op lijkt te maken. Met onbeschoft bumperkleven, seinen of rechts inhalen kun je dan je publieke territorium proberen te claimen.

‘Space Invaders’

Een ander publiek territorium is de vrije parkeerplek. De tijd dat we driftig in de weer gingen met urine, keutels en geurstoffen zijn gelukkig voorbij, maar zo’n vrije plek oefent nog steeds een onweerstaanbare aantrekkingskracht op ons uit. En we kunnen ons de woede van soortgenoten (lees: conculega automobilisten) op de hals halen als we net iets bedrevener zijn in het veroveren er van.

De Amerikaanse sociaalpsychologen Barry Ruback en Daniel Juieng hebben onderzocht hoeveel tijd chauffeurs gemiddeld nodig hebben om de bemachtigde parkeerplaats weer te verlaten. En wat blijkt? Als er al iemand staat te wachten om het plekje over te nemen, doen we daar gemiddeld wat langer over. Zo makkelijk geven we ons territorium dus niet op. Als het de nieuwkomer te lang duurt en deze gaat toeteren, neemt de vertrekkende automobilist nóg iets langer de tijd. Een klein beetje junglegedrag voor de deur van de supermarkt dus. Status speelt ook mee, zo vonden de Amerikaanse psychologen: mannelijke bestuurders hebben ontzag voor ‘sterkere opponenten’; voor een dikke BMW wordt sneller plaatsgemaakt dan voor een Kia Picanto.

Verder van de oorsprong

Als we straks allemaal voorzien zijn van hypermoderne parkeergeleidingssystemen, behoren dit soort tafrelen tot het verleden. Efficiëntie gaat voor alles. Zoeken naar een plekkie is natuurlijk ook niet fijn. Die tijd moet nuttiger worden besteed. En zoals we net zagen; het verliezen van je territorium is ook niet prettig, dus misschien wordt de wereld dankzij de techniek weer een stukje mooier. We raken als moderne mens weer wat verder van onze oorsprong verwijderd. Een beetje jammer is het toch ook wel. Dat kleine genoegen van ons meest primitieve zelf. Dat voelde toch eigenlijk ook wel lekker.

 

Referenties

Ruback, R.B. Juieng, D., 2006, Territorial Defense in Parking Lots: Retaliation Against Waiting Drivers, Journal of Applied Social Psychology, vol. 27, pag. 821-834.

Lyman, S. M., & Scott, M. B., 1967, Territoriality: A neglected sociological dimension. Social Problems, 15(2),
236-249.

(*) deze blog is verschenen in Vexpansie, 2019, 3, blz 21.

Leave a Comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *