Evolutie op de (snel)weg

(gepubliceerd 11 mei 2014 op deze site en twee dagen later op KpVV Weblog Reisgedrag. Tevens is het in iets gewijzigde vorm gepubliceerd in Rij-Instructie, onafhankelijk vakblad voor de rijopleiding, 2014, 6, blz. 6 -7))

Evolutie op de (snel)weg

Schakelen tussen hersenlagen

Je zou kunnen zeggen dat de evolutie zichtbaar is in ons brein. Van de meest primitieve dierlijke driften tot de hoogst denkbare rationele denkprocessen; het zit er allemaal in. En het stuurt ook allemaal (nog steeds) ons gedrag. Zeker in het verkeer.  Daar schakelen we constant – niet alleen van z’n  1 naar z’n twee en zo verder – maar ook tussen onze hersendelen: van ‘rationele beslissingen’ naar ‘impulsieve reacties’, van ‘op de weg letten’ via ‘wegdromen’ naar ‘plotselinge overlevingsdrang’… en weer terug! Deelname aan het verkeer vraagt aandacht en nadenken, dus lijkt het er op dat ons bewustzijn hier de boventoon voert. Laten we maar eens gaan kijken.

 T-Rex in actie

Grofweg kunnen we zeggen dat onze hersenen uit drie delen zijn opgebouwd. Evolutionair gezien het oudste  deel noemen we – met een knipoog naar de Dinosauriërs  – het reptielenbrein . Bij (potentieel) gevaar  komt  het meteen in actie. Dit deel van ons brein kent in feite maar drie primitieve gedragsuitingen: vluchten,  vechten of bevriezen.  Onmiddellijke actie of onzichtbaar worden als reactie op directe bedreiging.  Het zorgt  er onder andere voor dat er telkens maar weer mensen zijn die doorrijden na het veroorzaken van een  ongeluk (vluchten), dat we woest kunnen worden als een andere weggebruiker ons in gevaar brengt (vechten)  of  dat sommige mensen verlamd van schrik kunnen zijn als er plotseling een ambulance met zwaailichten en  sirenes achter hen verschijnt (bevriezen).

 

APENEmpathie en immitatie

Van ‘recentere datum’ is het zoogdierenbrein (ook wel limbisch systeem genoemd). In de loop van miljoenen jaren hebben zoogdieren onder invloed van externe omstandigheden een nieuw soort hersenen ontwikkeld boven op het reptielenbrein. Het is complexer, kent emoties (anders dan de angst en agressie van de reptielen) en zorgt ervoor dat we ons gedrag  afstemmen op beloning en straf en op het gedrag van anderen (immitiatie).  Dat we ons gedrag in het verkeer aanpassen op dat van onze mede weggebruikers bijvoorbeeld. Dat kan goed of slecht uitpakken. Het zorgt er in ieder geval ook voor dat we geïrriteerd raken of onrustig worden als we zien dat anderen een stukje van de file proberen te omzeilen via het benzinestation. Dat levert hun voordeel op. Zal ik dan ook maar?

Het zoogdierenbrein laat ons beseffen dat we soms anderen nodig hebben om te kunnen overleven en dat onze soort alleen kan voortbestaan als we ons nageslacht beschermen. Gedrag  wordt aangestuurd via emoties, conditioneringsprincipes en empathie voor onze soortgenoten.  De eerste stappen op weg naar sociaal gedrag dus. Toch is het nog voornamelijk op de korte termijn gericht. Het laat ons uitstellen tot morgen wat we eigenlijk vandaag hadden moeten doen, maar niet zo leuk vinden. Een ander cadeautje van ons limbische systeem:  de drang ons territorium af te bakenen. Van oorsprong gebeurt dit voor onze veiligheid! Maar bij bumperende en naar vrij-asfaltsnakkende bolides is daar weinig van de merken. En wat dacht je van kuddevorming;  dat is bedoeld om de gehele groep te versterken! Wat zie je daar nog van terug in de kudde van brommende autootjes in de eindeloze dagelijkse files?

Follow the leader! Of toch maar niet?

Al met al is het best prettig toeven met zo’n  dierlijke bovenkamer, maar wij mensen nemen er geen genoegen mee. Wij hebben iets om ons te onderscheiden:  het deel van de hersenen dat ons mens maakt noemen we de ‘neocortex’.  Het nieuwste wapen in de strijd om het bestaan. De ‘hersenschors’ maakt intelligentie mogelijk en hoogwaardig communiceren via taal. Het is onze controlekamer, de manager van ons gedrag. Tenminste…, zo zouden we het graag zien. Als het ook zo was, waren we allemaal ‘heer in het verkeer’(of dame!), dan dachten we goed na voor we iets meer  gas gaven, ja sterker nog; we zouden misschien met oog op veiligheid, uit esthetische overwegingen of vanuit een onvolprezen milieubewustzijn helemaal niet met de auto op pad zijn gegaan.

De diepere, primitievere lagen van ons brein zijn echter sterk. Zo sterk, dat ze ‘the leader’ (onze neocortex) regelmatig met grote snelheid ‘rechts inhalen,’ makkelijk weten te omzeilen of zelfs in ernstige verlegenheid kunnen brengen. We doen immers – ook op de weg – regelmatig dingen waar  we achteraf spijt van hebben (“Stom van me agent, ik had mezelf inderdaad beter in de hand moeten houden”). Ook doen we dingen waarvan we weten dat ze op de lange termijn schadelijk zijn (“Ik weet dat ik al lang wat meer zou moeten bewegen,  maar die auto is zo gemakkelijk”).  Of – en dat komt ook maar al te vaak voor – we doen dingen zonder dat we goed weten waarom we ze hebben gedaan.  Onbewuste processen en emoties (overwegend gepositioneerd in ons zoogdierenbrein) of sterke, ogenschijnlijk oncontroleerbare impulsen (afkomstig uit ons reptielenbrein) hebben de regie overgenomen.

 

IMG_2588

In de dwangbuis van onze ratio

Onder rationeel handelen verstaan we dat we ons gedragen op basis van kennis over oorzaak en gevolg. Als we dat doen, zijn we verantwoord bezig. Althans, dat wordt ons van kinds af aan aangeleerd en dus komen we in een lastig parket als ons reptielen- of zoogdierenbrein aan zet is geweest. “Waarom reed u zo hard en onbesuisd?” of “Waarom brengt u toch iedere dag uw kinderen met de auto naar school, terwijl het maar twee straten verderop is?” Er rest ons weinig anders dan ons gedrag achteraf te gaan rationaliseren. We trachten alsnog te bewijzen dat het gedrag rationeel en gerechtvaardigd is en dat het daarom dient te worden goedgekeurd.  Soms moeten  we ons daarvoor behoorlijk in bochten wringen. Lukt het dan nog niet (of maar half) dan staan we lelijk in ons hemd. Onze argumenten snijden geen hout, het zijn overduidelijk smoesjes. “Ik heb echt een heel belangrijke afspraak” of  “Ik heb een slechte dag gehad en wilde gewoon snel naar huis”. Wat het ook goed doet in de ogen van het ‘rationaliserende ik‘  is de schuld afschuiven: “Heb je die vrachtwagen dan niet gezien? Die deed pas gevaarlijk!,” “Ik moest wel, die ander auto reed zó langzaam”, of “Mijn buren brengen ook iedere dag de kinderen met de auto en zij hebben tijd zat. Ik niet!” Typisch ‘zoogdierenreacties’!

De gespleten chauffeur

Best lastig dus dat verkeer. Het ene moment wordt onze auto bestuurd door een rationeel mens, dan weer door een emotionele chimpansee en als het even tegen zit zelfs door een stegosaurus.  Tja, dan zeggen de borden langs de weg: Daar kun je mee thuis komen!  Hm, minder makkelijk dan je denkt. Probeer die sterke primitieve vrienden maar eens onder controle te houden achter het stuur, als we de beschikking hebben over al die pk’s en omgeven zijn door een stalen cocon. Hoe doe je dat?

Hoe kun je miljoenen jaren evolutie uitschakelen? Een recept is er niet voor. ‘Tot 10 tellen’ als die BMW je afsnijdt, kan de dino in ons een beetje temmen. Emoties onder controle houden door jezelf iets hoger in te schatten dan ‘die gorilla in die VW Golf’ kan er ook voor zorgen dat onze neocortex nog net even de regie behoudt.

En wat kan onze moederlijke overheid hiervan leren? De menswaardigheid van burgers wordt niet versterkt door vingertjes op te steken tegen al die erotiserende en gewelddadige drangen en driften in ons. ‘Gij zult niet ….’ Dat soort opvoedkundige boodschappen sijpelen mondjesmaat binnen in onze neocortex, maar worden meestal meedogenloos aan stukken gescheurd in ons ‘dierenverblijf’.  

2aczjdfeq27e0asq0yil18ogvfezpcp

 

 

 

 

Ook boodschappen die angst aanjagen maken ons niet wijzer (‘Als je zo hard rijdt, eindig je in het ziekenhuis’, vergezeld van afschrikwekkende beelden, of hardrijders op hun eigen begrafenis laten zien zoals in een Belgische campagne). Zij activeren slechts de reptielen die gaan ‘vechten, vluchten of bevriezen.’

De beleidsmaker als dompteur

Om werkelijk door te dringen tot de complete mens achter het stuur moeten alle lagen worden aangesproken. Dat is niet eenvoudig, maar hierbij een soort kapstok:

Voor ‘de dino’ in ons geldt:

  • hou het simpel. Ingewikkelde boodschappen begrijpt hij niet;
  • breng hem niet in verwarring. Eindeloos vrij asfalt waar je maar honderd mag, dat gaat er bij hem niet in. En waar het kan en verantwoord is mag hij best even wat stoom afblazen;
  • geef hem mentale vluchtroutes. Ontwerp ‘vergevingsgezinde systemen,’ heet dat.

Voor ‘het zoogdier’:

  • onderstreep en actualiseer de geldende normen (appelleer aan het voortbestaan van de groep);
  • laat zien dat al veel anderen het gewenste gedrag vertonen (immiteren);
  • maak het gewenst gedrag makkelijker en leuker (conditioneren);
  • beloon op korte termijn. Zowel reptielen als de meeste zoogdieren laten zich niet aan het lijntje houden;
  • speel in op positieve emoties.

Voor ons moderne ‘menselijke deel’:

  • neem mensen serieus en betrek hen bij het vinden van oplossingen;
  • denk wat meer vanuit menselijk gedrag in plaats van in verkeersstromen;
  • houd het logisch. Misschien verschillen we minder van de dino’s dan we denken. Ook de moderne mens streeft naar logica en consistentie.

En om binnen  in ons de ‘strijd der giganten’ een beetje in te dammen:

  • wat minder ‘ontmoedigen van ongewenst gedrag’ en wat meer  ‘stimuleren van gewenst gedrag’;
  • wat minder ‘beleren’ en wat meer ‘(laten) beleven’;
  • schep duidelijkheid en voorkom gevoelens van onrechtvaardigheid (zie kleine dingen eens door de vingers en maak duidelijk dat sommige dingen echt niet kunnen!).

Jurassic Park en De Apenheul doen hun intrede op het ministerie van Infrastructuur en Milieu. Dat is wel even wennen natuurlijk.   

 

Referenties

  • Kahneman, D.  (2011), Thinking, Fast and Slow. Macmillan. 
  • MacLean, P.D., (1990) The Triune Brain in Evolution: Role in Paleocerebral Functions, Plenum Press, New York 
  • Warmoes, S.,  (2005) Ethiek en het beest in de mens, Filo-sofietjes, Knowledge Management, België.

 

 

 

2 Comments

  1. alfred Kersaan

    Moet zeggen dat het zien van BMW’s en (vooral) zwarte Golfjes op mij een opmerkelijke stijging van aggressiviteit oproept. Kan me meestal nog inhouden. Maar af en toe breekt ook bij mij de Dino los. En dat is geen Ferrari of Fiat. Ik ben een losgeslagen exemplaar wel eens gevolgd -als jager- tot in de showroom van Bert Story in Waardenburg. Wat zegt dat over mijn brain?

Laat een antwoord achter aan alfred Kersaan Cancel

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *