De Verbeelding van Mobiliteit
(23 januari 2015 – Deze blog is ook gepubliceerd op KpVV Weblog Reisgedrag en Reiskostenblog)
Geen woorden maar beelden
Onlangs nam ik deel aan een lunchbijeenkomst over de waarde van het beeld. We spraken over de impact van het beeld op de wereld van vandaag. Televisie, YouTube, Facebook, Instagram; dát we in een beeldcultuur leven, staat vast. Het leuke van de digitale beeldcultuur is dat iedereen kan meedoen, waardoor ze haar eigen dynamiek krijgt, gevoed vanuit de samenleving. Een samenleving waarin kinderen op school wel leren tekstverklaren maar geen beelden leren lezen, terwijl het beeld al snel hun wereld gaat domineren.
Rond de eeuwwisseling brak het internet op grote schaal door en werd het beeld het nieuwe woord. De beelden zijn vergankelijk, maar de stroom is oneindig. De betekenis van gebeurtenissen is op te maken uit de beelden die er over op het internet verschijnen en vooral uit de intensiteit van de berichtenstroom die op gang komt. Is de gebeurtenis de moeite waard, dan is er sprake van ‘big data’; de beelden en de frequentie waarmee ze van eigenaar wisselen is enorm.
Het in plaatjes of symbolen denken, is een elementaire functie van de menselijk geest. Of je het je realiseert of niet, je bent voortdurend bezig symbolen en afbeeldingen te vormen en te interpreteren. Een woest mengsel van archetypische beelden en persoonlijke ervaringen. Eén beeld zegt meer dan 1000 woorden. En de 21ste eeuw levert de mogelijkheden om in beelden te blijven denken.
Een typisch product van de beeldcultuur is de selfie, waarmee je jezelf centraal in het beeld plaatst. Letterlijk en figuurlijk. Niemand gelooft in je reislust, in je avontuurlijke leven, in je aanwezigheid bij van alles en nog wat als je niet regelmatig een selfie online zet. En veel – te veel – mensen liggen iedere avond aan het infuus van de televisie, passief beelden te consumeren. Het meest genieten we daarbij van het binnendringen in andermans leven en emoties. We zijn allemaal voyeurs en exhibitionisten geworden.
En toch,… ondanks de impact van het beeld op ons dagelijks handelen, is de beeldcultuur nog lang niet in alle sectoren doorgedrongen. In hoeverre spreekt bijvoorbeeld het werkveld mobiliteit tot de verbeelding?
De verbeelding van de file
Hoe verbeeld je een file? Websites over mobiliteit laten er geen twijfel over bestaan: de file is een eindeloze rij auto’s op weg naar een bestemming daarin belemmerd door zichzelf. In de auto, terwijl de weg voor ons nog vrij is, dringt de radio het beeld aan ons op: ‘Op de A1 bij Amersfoort 3 km langzaam rijdend verkeer tussen afrit Bunschoten en knooppunt Hoevelaken.’ Vanaf 1955 tot nu is dit tafereel onderdeel van ons leven en ook morgen zal het er weer zijn.
In 1955 op een pinksterdag begon het allemaal. Omdat er van sociale media geen sprake was, wilden mensen dat uitzonderlijke gebeuren met eigen ogen aanschouwen en stapten op de fiets om het vanaf een viaduct of vanuit de berm te kunnen bekijken. In 2008 bood de ANWB de hedendaagse mens alsnog de mogelijkheid zich bij deze bermtoeristen aan te sluiten door deze allereerste file te reconstrueren. Dankzij deze film kunnen we anno 2015 alsnog plaatsnemen op het digitale viaduct en ‘live’ meegenieten van de oorsprong van onze dagelijkse ergernis (hieronder een korte impressie van de film).
In het jaar dat de eerste file werd gereconstrueerd, in 2008, maakte ook Michiel van Erp een film over de file. Zijn beelden waren anders. Hij schetst een portret van Nederlanders die leven en werken in hun auto’s. Te midden van een kakofonie van toeterende en wachtende automobilisten, en ver weg van hun eindbestemming, worden niet de auto’s maar de reizigers geportretteerd. Staan ze ook letterlijk stil in hun leven of zijn zij druk bezig hun dromen te realiseren? Een ontroerende en onthullende kijk op de zielenroerselen van Nederlanders onderweg, noemt de filmmaker het zelf. Eigenlijk was hij zijn tijd ver vooruit. In deze film staat de reiziger echt centraal; iets dat tegenwoordig ieder zichzelf respecterend project – niet altijd terecht overigens – claimt.
De verbeelding van de auto
De auto-industrie presenteert haar producten als de gestaalde vrijheid, voortglijdend door verlaten berglandschappen en woestijnen. De steden die zij in de spotjes doorkruisen zijn sereen: het comfortabele cocon is in staat hen te beschermen tegen de stedelijke jungle buiten. Binnen de irrationele toespelingen richting auto, worden zelfs erotische associaties niet geschuwd.
Het beeld is enigszins aan verandering onderhevig, dat wel. Halverwege de vorige eeuw was de auto vooral vrije tijd. Lachende mensen in een lelijke eend op weg naar het strand. Daarna werd de auto zelf een statussymbool. Chroom, leer en aantrekkelijke modellen (zowel van de auto zelf als verleidelijk poserend vóór de auto).
Tegenwoordig spelen lage emissie, een zuinige motor en geringe bijtelling een belangrijke rol in de spotjes. Één element is echter overeind gebleven: vrijheid. Welke beelden ook gekozen worden, vrijheid viert de boventoon. Hoe sterk contrasteert dit met het boven beschreven beeld van de file? Het deert ons niet. Tegen beter weten in blijven we de illusionaire vrijheid gulzig consumeren. Dat de auto ons met de vrijheid ook vervreemding bracht, ontkennen we liever. Want we raakten als mens een stukje verder van elkaar verwijderd en het individualisme werd gevoed op het moment dat iedereen achter zijn eigen stuur plaatsnam. Beter dan met een citaat uit de film ‘Crash’ kan het niet worden onderstreept: “We’re always behind this metal and glass. I think we miss that touch so much, we crash into each other. So we can feel something.”
Verbeelding in het vakgebied
Teksten vormen de bouwstenen van het vakgebied Mobiliteit. Vooral het onderdeel mobiliteitsmanagement blinkt er in uit. Folders en websites vol aanwijzingen voor reizigers, spaarzaam en functioneel geïllustreerd met een enkel plaatje. Aanbod staat in veel van de afbeeldingen centraal (auto’s, treinen, bussen en – in iets mindere mate – fietsen).
Nu en dan wordt er gesnuffeld aan een film als boodschapper, maar zelden wordt daar vastberaden op gekoerst. Regio’s binnen Beter Benutten worden afgerekend op de uitvoerige omschrijving van hun maatregelenpakketten, maar niet op de verbeelding ervan. De presentaties van deskundigen blinken uit in – vaak letterlijke voorgelezen – tekstsheets en schitteren door de afwezigheid van de beelden die de woorden kracht bij kunnen zetten of zelfs overbodig kunnen maken.
Jaren geleden pleitte ik al voor een beeldconcept van ontdekkingsreiziger als vervanging van het letterlijk en figuurlijk passieve begrip passagier (in het openbaar vervoer). Het heeft het niet gehaald. Ik denk dat het hoog tijd wordt de lijn te gaan volgen die Michiel van Erp ons 6 jaar geleden heeft gewezen: laten we de reiziger verbeelden. Dat betekent niet alleen droevige en vrolijke gezichten op stoelen en zadels, we mogen de gebaande paden best wat meer loslaten. De verbeelding van indrukken, gevoelens en concepten zou ons over de grenzen van het vanzelfsprekende heen kunnen tillen en onze creativiteit een impuls kunnen geven.
Onze beeldcultuur wordt gestimuleerd door gemak en mogelijkheden. Niets is eenvoudiger dan beelden maken en delen. Beeldmateriaal is online vrij toegankelijk en eenvoudig te bewerken. Het is dus ook eenvoudiger dan ooit om beelden te gebruiken in onze communicatie. En we staan nog maar aan het begin. Ik hoop van harte dat we er in de sector mobiliteit heel snel op in zullen haken.
Referenties
Moti, 2014, Wat is beeldcultuur? Kleurrijke observaties door beeldmakers en beelddenkers, Breda.
Tertoolen, G., 2003, Verleiding en verbeelding van duurzaam vervoer, in: Thuis in Brabant, Telos, Tilburg.
Trend: De bloei van de beeldcultuur, https://www.extendlimits.nl/nieuws/artikel/belangrijke_ontwikkelingen_in_de_beeldcultuur_van_2007/Extend limits. (2010). Geraadpleegd op 23 januari 2015
Zee, E. van der, 2014, Duivels dilemma der mobiliteit, AGORA, Magazine voor sociaal-ruimtelijke vraagstukken, Utrecht.