De ondraaglijke lichtheid van de file
18 juni 2016 (ook gepubliceerd in Verkeer in Beeld en CROW Kennisplatform Mobiliteit en Gedrag)
Het houdt maar niet op. Iedere doordeweekse ochtend en avond is het weer raak. Sterker nog: de ellende groeit gestaag. De totale filezwaarte in Nederland was mei van dit jaar maar liefst 33 procent hoger dan in mei vorig jaar. Reguliere files, incidentele files, spookfiles, kijkfiles; ze zijn er in alle soorten en maten. Als de flashers boven de weg oplichten, weten we al weer hoe laat het is. Zucht. Hopen dat het niet te lang gaat duren. Vooruit kijkend naar de matrixborden die tot zover het zicht reikt ’50’ aangeven, is de onrust voelbaar.
Het staat muurvast. De irritatie neemt toe. Ongeduldig op het stuur tikken, fileberichten zoeken op de radio, navigatie raadplegen, op de smartphone gluren… tja, de file wordt er niet korter van. Sterker nog, al die licht gefrustreerde kuddedieren bij elkaar voeden met hun geapp, gesurf en ge-Facebook de traagheid binnen de sliert auto´s. Geen afrit in de buurt; vluchten kan niet meer. Er rest niets anders dan geduld op te brengen, maar dat – weten we uit ervaring – valt niet mee.
Gebrek aan prikkels
Onder het monotone geronk van de motor glijden we af in een toestand van emotionele lamlendigheid. De omgeving, al bestaat die uit onze geliefd automobiel, is al snel niet stimulerend genoeg meer. Een klein deel van onze hersenen, ongeveer ter grote van een olijf, neemt de regie over. Dit diepgelegen, bijzonder invloedrijke stukje hersenen, dat de insula heet, zet – zo zou je kunnen zeggen – prikkels uit de omgeving om in gevoelens die op hun beurt tot handelen aanzetten. Reacties op pijn en weerzin vinden hier hun oorsprong. Net als verveling. Het is een negatief gevoel, dat ons aanspoort ons te verplaatsen, maar juist dat wordt belemmerd door de auto voor ons en die daarvoor en die daarvoor….
Ons geduld is er de afgelopen jaren ook nog eens niet op vooruit gegaan. Voor een deel is dit te wijten aan technologische ontwikkelingen, waaronder – niet op de laatste plaats – de digitale revolutie, die ons (van mobieltje tot internet, van appen, e-mail tot iPad) heeft geleerd onmiddellijk resultaat te willen zien, resultaat te eisen bijna. Zowel kinderen als volwassenen zijn daardoor veel meer gewend om direct te krijgen wat ze willen. “Als dat niet lukt, raken we al snel gefrustreerd en geïrriteerd, wat een teken is van ongeduld,” zegt de Amerikaanse psycholoog Hartstein, die vervolgens stelt dat we de kunst niet meer verstaan om ons tempo te verlagen en van het moment te genieten.
Uithongeren van je hersenen
Nu valt er in die file natuurlijk niet zo heel veel te genieten. Laten we daarom maar even terugkeren naar dat kleine, invloedrijke hersendeeltje ter grote van een olijf. De insula wordt gezien als het kruispunt van tijd en verlangen. Sterk emotionele gewaarwordingen, zowel positieve als negatieve, beïnvloeden ons besef van tijd. Zo kan de tijd razendsnel voorbij vliegen of ogenschijnlijk volledig tot stilstand komen. In een file, die gemiddeld niet veel langer dan 10 minuten duurt, lijkt het laatste het geval.
Verveling maakt je er op attent dat je in een situatie zit die niet goed is voor je welzijn. Net als hitte je waarschuwt uit de buurt van het vuur te blijven of een vreselijke stank je waarschuwt voor bedorven voedsel. Psychoanalist Norman Doidge beschrijft het bewegingsloos in dezelfde ruimte zitten als ‘het uithongeren van het brein.’ Monotonie ondergraaft ons dopamine- en aandachtsysteem. Op den duur verschrompelen onze hersenen letterlijk. Er worden dan geen nieuwe verbindingen meer gerealiseerd en dat moet natuurlijk voorkomen worden.
Buitengesloten in je auto
Ondertussen lijkt het even alsof er een einde komt aan de verveling. Je kunt weer een klein stukje optrekken. Maar helaas, de remlichten voor je bewijzen al snel het tegendeel. Dat je niet weet waarvoor je stilstaat, hoe lang het nog gaat duren en in hoeverre er door RWS gewerkt wordt om de ondraaglijke lichtheid van het moment te verhelpen, maakt de situatie er niet beter op. Scenario’s als toegeven aan de verleiding van de lege vluchtstrook schieten door je hoofd. Het woordje geduld bevat natuurlijk niet voor niets ‘duld.’ We dulden het. Maar er komt natuurlijk een moment dat het opraakt.
Bij de fileberichten wordt jouw file niet genoemd. Je voelt je gepasseerd. Dat kan er nog wel bij in de tombola van emoties. Sta je naar je gevoel eindeloos lang te wachten, ben je nog niet eens de moeite waard om vermeld te worden. Zelfs erkenning van je ellende is je niet gegund. Genegeerd worden is een vorm van pesten die blauwe plekken op de ziel achterlaat.
Een mentaal olifantenpaadje
Mooi natuurlijk, dat we het hersendeeltje dat een belangrijke rol speelt bij het kleine leed dat file heet, kunnen localiseren. Maar eigenlijk weten we nog maar bar weinig over dit mysterieuze stukje brein. Laat staan dat we weten wat we nu moeten doen. Toch sluit ik af met een tip.
Als je morgen weer vast komt te zitten in een file, het gevoel hebt geen kant meer op te kunnen en langzaam maar zeker overgeleverd raakt aan de olijf in je hersens (de insula), dan kun je het beste klassieke muziek opzetten. Zelfs als je daar niet zo van houdt, is het de snelste remedie tegen verveling. Waar heavy metal of hardhouse de onrust in je brein alleen maar verhoogt, helpen Mozart of Beethoven je echt door de file heen.
Deze tip hebben we overigens te danken aan olifanten. Die gaan nogal stampen met hun poten en slingeren met hun slurf als ze zich vervelen. Onder begeleiding van ‘Het Zwanenmeer’ of het ‘Ave Maria’ verdwijnt hun verveling echter als sneeuw voor de zon. En laten we nou eerlijk zijn: zeker op de weg kunnen we een voorbeeld nemen aan deze dikhuiden. Zij weten immers altijd de kortste route te vinden; het spreekwoordelijke olifantenpaadje. Zelfs als we geen kant meer op kunnen, ligt er nu dus in de vorm van een fraai stukje viool- of pianoconcert een mentaal olifantenpaadje voor ons open.
Referenties
Cestona, E.B., 2012, Whatever Happened to Patience?, Chess.com.
Doidge, N., 2008, The brain that changes itself, stories of personal triumph from the frontiers of brain science, Penguin Books, London.
Toohey, P., 2012, Verveling, een boeiende geschiedenis, Atlas Contact, Amsterdam.
Leuk artikel, Gerard! Het zou voor het gelijkmatiger oplossen van files al best wel wat helpen als matrixborden na 70-70-50-50 niet uitgaan, maar de snelheid geleidelijk weer opvoeren. Het is immers ook daarna nog te druk om weer de maximumsnelheid te rijden.
Grtz! Leendert
Hoi Leendert, ook vaker al ’90’ opvoeren als er nog (net) geen file staat maar wel drukte lijkt me ook helpen.
GT
Grappig zelf ook al uitgevonden, rij veel relaxer met klasdieke muxiek op.