Psychologie als zinvolle samenloop van omstandigheden
Autobiografische column in het licht van synchroniciteit
(Column (met selfie!) op verzoek geschreven voor het Tijdschrift De Psycholoog. Thema is een stelling van Bert Duijker, de organisatorische grondlegger van de verschillende richtingen in de psychologie aan de NL universiteiten. De stelling: ‘Of er is één psychologie, of er is er geen.’ Klik HIER voor de column in De Psycholoog.)
Als kind had ik veel interesse voor de schaduwzijde van het bewustzijn. Wat er rondspookt in de onbewuste delen van ons brein, vaak onbegrijpelijk en altijd ongrijpbaar, lokte mij naar surrealisme en magisch-realisme. Met psychologie bracht ik het toen nimmer in verband. Totdat twee ogenschijnlijk toevallige gebeurtenissen daar verandering in brachten.
Het eerste voorval vond plaats kort na mijn middelbare schooltijd. Zoals zovelen op die leeftijd wist ik niet wat ik wilde studeren en hoe ik mijn leven verder zou inrichten. Tijdens een avondje stappen ontmoette ik een meisje dat mij korte tijd wist te betoveren. In het handje vol mooie en intense uren dat we samen doorbrachten, wist ze mij ervan te overtuigen dat ik psychologie moest gaan studeren. Iets dat ik zonder haar, dat weet ik zeker, nooit gedaan zou hebben. Ik schreef me in, ging naar colleges en voelde dat ik thuis gekomen was. Deze studie paste mij als een maatkostuum. Ik kreeg de woorden aangereikt waarmee ik kon benoemen wat mij als kind zo geboeid had.
De tweede gebeurtenis vond opnieuw vlak na het afronden van een opleiding plaats. Als kersvers afgestudeerd psycholoog, werd ik gewezen op een krantenartikel van het RIVM over milieu- en vervoersgedrag. Ik besloot er op te reageren en voor ik het goed en wel realiseerde, werkte ik in dienst van het RIVM aan een proefschrift over de raakvlakken tussen mobiliteit en psychologie. Mijn dissertatie bracht heel wat in beweging, zowel binnen de verkeerswereld als bij mijzelf. Alle puzzelstukjes vielen op hun plek. Verkeersbeleid was tot dat moment een moeizame worsteling van ingenieurs en juristen met techniek, infrastructuur en handhaving. Er werd langs elkaar heen gewerkt. Het bindmiddel ontbrak. Dat bindmiddel, zo bleek al snel, was de psychologie. Anderen zagen het nog eerder dan ikzelf: gedrag en gedragsbeïnvloeding was ‘the missing link’ in het verkeer. Ik had goud in handen, de verkeerspsychologie was geboren. De diepere drijfveren die mij als kind zo hadden geboeid, kwamen in het verkeer, met name in wat de auto in ons losmaakt, allemaal naar boven. Agressie, cognitieve dissonantie, macht, zelfoverschatting, anonimiteit, gewoontegedrag, identificatie en compensatie; mobiliteit is voer voor psychologen.
Er bestaan veel theorieën en stromingen die claimen de beste route te kennen door de schatkamers van ons brein. De ene keer pak ik de ene route, dan weer een andere. Soms kom ik op zijpaadjes terecht die ‘marketing’ of ‘ergonomie’ heten, maar die goed op het psychologische gedachtengoed aansluiten. Ik ben het oneens met de stelling van Duijker. Er is niet één psychologie, er zijn er zo veel. Het mooiste is om zo nu en dan de navigatie helemaal uit te zetten en opzettelijk te verdwalen. Dan doe ik de mooiste ontdekkingen.
Terugkijkend op de twee gebeurtenissen die mij naar de verkeerspsychologie hebben geleid, zoek ik vergeefs naar logische verbanden van oorzaak en gevolg. Met synchroniciteit kan ik nog het best uit de voeten; de gebeurtenissen verbinden naar betekenis, niet naar causaliteit. Er gebeurt een hoop parallel om mij heen en de zingeving doe ik zelf, … met behulp van de psychologie uiteraard.