(Deze blog is (in een iets andere vorm) eerder verschenen op KpVV-weblog Gedrag)
Willen winnen: de overtreffende trap van motiveren
Over goal-setting, fantasie, spelletjes, resultaat en prestatie
De maker van het winnende doelpunt die met zijn shirt zwaait, luid gejuich bij het winnen van een aanbesteding, de stralende finalist van The Voice Of Holland: winnen is een fijn gevoel. Zelfs pinguïns kennen het. De winnaar van een pinguïnruzie gaat luidruchtig te keer, waarmee hij zijn reputatie onderstreept en andere pinguïns adviseert uit zijn buurt te blijven.
De ‘wil om te winnen’ kan ons gedrag beïnvloeden. De motivatie om net dat ene tandje bij te zetten. En ‘winnen’ doe je niet alleen van anderen. Het beste uit jezelf halen, is ook een vorm van winnen.
Als eindelijk is gelukt wat je al zo lang wilde bereiken (stoppen met roken, minder eten, vaker fietsen), voelt dat als een overwinning. Zo zegt tennisser Roger Federer dat hij het belangrijker vindt om zichzelf te overtreffen dan zijn tegenstanders. Golflegende Tiger Woods en autocoureur Michael Schumacher noemen ook als belangrijkste drijfveer achter hun succes, het steeds opnieuw willen verbeteren van het eigen niveau.
Deze blog gaat in op ‘de wil om te winnen’ als motivatie voor gedragsverandering. Hoe kun je de kansen vergroten om jezelf te overtreffen en om anderen te verslaan? En vooral: wat heb je aan die kennis met het oog op mobiliteitsgedrag?
Zelfregulering als aftrap voor gedragsverandering
‘Mens, ken u Zelve’ stond er al in 600 vC op de Apollotempel in Delphi geschreven en dit gaat nog steeds op. Gedragsverandering begint vaak bij het verkennen van nieuwe mogelijkheden. Cruciaal daarbij zijn verwachtingen over wat de verandering ons oplevert. “Wat staat mij te wachten?” “Levert het me op wat ik wil?” En dan natuurlijk ook: “is het mij die inspanning eigenlijk wel waard?” Vaak is dit flink koffiedik kijken, want van tevoren weet je natuurlijk niet hoe het uitpakt.
Of we aan iets nieuws beginnen wordt mede bepaald door de verwachtingen die we hebben over het resultaat. Zijn die positief en vinden we het belangrijk genoeg, dan is de kans groot dat we het gaan proberen. Hoe kun je wensbeelden en verwachtingen omzetten in actie? Zelfregulering heet dat en dit gaat ongeveer zo:
Stap 3: Deel doelen en ervaringen. Als je er voor jezelf uit bent dat je het echt wilt, dan spreek je dit openlijk uit en deel je je ervaringen met mensen die je vertrouwt. Zij kunnen je steunen, je aan je doelen herinneren en je over een dood punt heen helpen. Nog beter is om een paar vrienden ervan te overtuigen om met je mee te doen (‘buddies’). Maak er een groepsproject van.Zelfregulering doe je vanzelfsprekend zelf. Maar als mobiliteitsmanager kan je daar een handje bij helpen. Verleid deelnemers tot introspectie, help ze doelen stellen en geef ze gelegenheid om ervaringen met elkaar te delen.
Als je een doel wilt halen, heb je hier doorgaans een positieve fantasie bij: “Het zou toch mooi zijn als me dit of dat zou lukken…” Zo’n dagdroom is een goed begin, maar het wordt natuurlijk niks als het bij fantaseren blijft. Met andere woorden: Hoe maak je dromen waar? Vaak is dit de ontbrekende schakel waardoor het bij goede voornemens blijft. Maar let op: mental contrasting biedt uitkomst!
Mental contrasting gaat als volgt. Eerst haal je je fantasie voor de geest, bijvoorbeeld “ik wil drie dagen in de week fietsen in plaats van lui in mijn auto hangen.” Vervolgens bedenk je hoe je leven er dan uit zou zien: ‘Dan ben ik veel fitter en op den duur kan dat buikje wel eens verdwijnen.’ Daarna denk je aan de realiteit van nu en aan het contrast met je fantasie: “maar dan moet ik vroeger opstaan, word ik moe en op sommige dagen kletsnat!”. Minder prettig misschien, maar wel heel nuttig. Er komt een proces op gang dat de kloof van realiteit naar fantasie overbrugt, het ‘als-dan’-plannen gaat nu een rol spelen: “zodra het mooi weer is en ik geen dwingende afspraken heb, spring ik een keer op de fiets.” Dat geeft energie. Het lijkt tegenstrijdig, maar door obstakels te overdenken, komt de haalbaarheid dichterbij. Ook hierbij kan je als mobiliteitsmanager relatief eenvoudig een handje helpen.
Vertrouwen in jezelf, de motivatie om het te gaan doen
Je kunt wel iets willen, maar je moet ook geloven dat je het kunt. Mensen zijn sneller gemotiveerd als zij denken succes te kunnen boeken. Enkele tips om je zelfvertrouwen te vergroten:
- Reeds genoemd: begin klein en maak vervolgens stapjes in de goede richting.
- Voorwaarde voor het (her)winnen van zelfvertrouwen is het krijgen van feedback. Inzicht in wat je wel en (nog) niet bereikt hebt, geeft richting aan het veranderingsproces en maakt bijsturing mogelijk.
- Heel belangrijk: vergevingsgezindheid. Als je terugvalt en bijvoorbeeld een week lang niet naar je fiets omkijkt, vermijd dan dat je in een negatieve spiraal terecht komt. Wijt de terugval niet aan eigenschappen van jezelf of aan onveranderbare factoren. Dit zorgt voor aangeleerde hulpeloosheid (‘zie je nou wel, ik ben nou eenmaal niet sportief, dat was te verwachten’). Onthoud dat het menselijk is om de eerste keren te falen.
Mobiliteitsmanagementmaatregelen dienen dan ook zo ingericht te worden dat men in kleine stapjes grotere doelen kan verwezenlijken, er voldoende feedback gegeven wordt over vorderingen en dienen vergevingsgezind en coulant te zijn. Zeker in het begin moet er ruimte zijn voor een ‘misstap’.
Bij het vergroten van het zelfvertrouwen, kan een coach behulpzaam zijn. Deze begeleid het proces, geeft feedback en zorgt voor persoonlijke begeleiding. In de provincie Brabant wordt momenteel nagedacht over het vormgeven van een ‘fietscoach’ bij het stimuleren van fietsgebruik.
The winner takes it all…
Evolutionair gezien was het ooit van levensbelang om bij de winnaars te horen. Verliezers zagen de kans op overleven en op het vinden van een aantrekkelijke partner drastisch afnemen. Het oerinstinct om de beste te zijn, uit zich tegenwoordig in competitiedrang. Dit verklaart de populariteit van sport, maar ook van bijvoorbeeld Vakantieveiling.nl.
Binnen mobiliteitsmanagement kan een wedstrijdelement een extra motivatie vormen. Zo kunnen fietsers met elkaar de strijd aangaan in het aantal gereden kilometers. Pas daar wel mee op. Als iemand primair gemotiveerd is bepaalde doelen voor zichzelf te halen, kunnen de resultaten van anderen die beter presteren, demotiverend werken. En niet iedereen is even competitief ingesteld. Tot slot kan er altijd maar één de beste zijn: bijna iedere wedstrijd kent meer verliezers dan winnaars. En niemand wil verliezer zijn.
De wil om te winnen bij serious gaming
Gamification, of serious gaming wint terrein. (Computer)spelletjes worden ingezet bij gedragsverandering op terreinen die helemaal geen spelletje zijn, zoals verkeersveiligheid. Door je bijvoorbeeld aan de snelheid te houden of vaker te fietsen, behaal je punten in een spel. Kunst is om mensen met dergelijke spellen zo uit te dagen, dat zij er in op gaan en het behalen van de doelen in het spel als iets belangrijks gaan ervaren. Dat heet immersie. Voorwaarden voor immersie zijn:
Het spel biedt een uitdagende activiteit die vaardigheid vereist;
- Er zijn heldere doelen;
- Spelers worden voortdurend beloond voor hun voortgang, en;
- Men heeft een voldoende gevoel van controle (ik kan en wil het).
De overeenkomsten met de zelfregulering uit het begin van deze blog zijn frappant. Bij competitief ingestelde mensen kunnen spelletjes de ‘wil om te winnen’ activeren en zo bijdragen aan gedragsverandering. In Breda beloont een app genaamd ‘Positive Drive’ weggebruikers als zij bewuste en veilige keuzes maken in het verkeer. En ‘Winnen van de file’ is een spel dat helpt bij een goede doorstroming van de A2 tussen Eindhoven en ‘s-Hertogenbosch. Grote vraag is hoe lang dergelijke spelletjes leuk blijven en of de motieven in het spel (punten halen) echt (intrinsiek) verbonden worden met het (verkeers)gedrag in de echte wereld. Ik heb zo mijn twijfels.
Vijf tips om te slagen
Ik eindig met een vijftal tips voor de mobiliteitsmanager om van verkeersdeelnemers winnaars te maken:
- Formuleer doelen en motieven samen in een gesprek. Iemand doelen laten opschrijven helpt, maar waar iemand werkelijk blij van wordt en waar mogelijke belemmeringen zitten, komt het best tot uiting in een gesprek.
- Laat deelnemers aan mobiliteitsprogramma’s zichzelf beoordelen. Mensen oordelen vaak kritischer over zichzelf dan anderen, zeker als iemand zichzelf (haalbare) doelen heeft gesteld.
- Beoordeel de prestaties van iemand kwalitatief. Cijfers en getallen focussen eerder op wat je niet hebt bereikt, en werken vaak onvoldoende motiverend. Een kwalitatieve terugkoppeling biedt ruimte voor emotionele feedback.
- Houd – om mensen blijvend te motiveren – niet te strak vast aan één aanpak of invalshoek, maar sta zelf open voor verandering.
- Bied voldoende middelen aan om de gedragsverandering mogelijk te maken (competentie), zorg voor voldoende keuzevrijheid bij de deelnemers (autonomie) en wees open en eerlijk in je communicatie (verbondenheid).
De laatste wijsheid in dit blog komt van Johan Cruijff: “Als je niet kan winnen, moet je maar zorgen dat je niet verliest!”
Referenties
Bandura, A. , 1977, Self-efficacy: Toward a Unifying Theory of Behavioral Change, Psychological Review, Vol. 84, No. 2, 191-215
Coach2day, De kunst van het verliezen, Quest Psychologie.
Franzen, G., 2008, Motivatie: denken over drijfveren sinds Darwin, Uitgeverij Boom.
Jukito, 2012, Het gevoel van winnen, Psychologie (Mens en Samenleving).
Reardon, J. & Dekkers, H., 2007, Mindset, Tirion Sport, Utrecht.
Spaanbroek, L. 2009, Wat zorgt voor motivatie? Alle dagen pauze, talentontwikkeling en motivatie voor de onderwijspraktijk.
Tertoolen, G. & Lankhuijzen, R., 2013, Beleidsimpuls Verkeersveiligheid, Onbewuste invloeden op gedrag, XTNT, Utrecht.
Vonk, R. 2012, Zo breng je je dromen dichterbij, Intermediair.
Vroom, V., 1995, Work and Motivation, Revised Edition, Jossey-Bass Classics.