(Deze blog is eerder verschenen op KpVV-weblog Gedrag)
Uit eigen beweging …!? De kunst van het intrinsiek motiveren
Iets doen uit jezelf of voor anderen…
Mensen kunnen iets om twee redenen doen: omdat ze het echt zelf willen, of omdat ze er door anderen toe worden aangezet. In de psychologie heet dat respectievelijk intrinsieke en extrinsieke motivatie.
Mobiliteitsmanagement: motiveren tot ander gedrag
Laten we eens kijken naar mobiliteitsmanagement. Het uitgangspunt is meestal dat er mensen zijn die regelmatig in de spits in hun auto zitten op weg naar of van hun werk. En het zou mooi zijn als een deel daarvan het eens anders zou willen proberen. Zo vrijblijvend als ik het nu formuleer, zo is de praktijk. We hebben het dus niet over dwingen, niet over sterk ontraden van bestaand gedrag en niet over (autootje) pesten of liters azijn! We hebben het over aansporen: zoeken naar manieren om deze forenzen intrinsiek te motiveren. Geijkte manier om mensen te motiveren tot iets nieuws is hen geld aan te bieden als zij hun gedrag veranderen. Veel spitsmijden-projecten passen dit principe toe. Wat we vervolgens zien is dat zo gauw de beloning stopt, veel mensen terugvallen in het oude gedrag. Neem spitsmijden op de A12, waar men concludeert : ‘De gedragsaanpassing houdt aan zolang de prikkel (lees: de beloning) aanhoudt.
Mobiliteitsmanagement tussen hoop en vrees
Programma’s waarin forenzen beloond worden voor spitsmijdend mobiliteitsgedrag worden bij de start vaak gekenmerkt door de angst of er wel voldoende deelnemers kunnen worden gevonden. Zo bleek bij een project ‘Spitsmijden in Haaglanden’ in 2010 dat er bijna niemand mee wilde doen. Voor een deel was dit te wijten aan het feit dat er een kastje moest worden ingebouwd in de auto en dat wilden veel automobilisten liever niet.Zijn er eenmaal voldoende deelnemers gevonden, dan wordt het aantal mensen voor wie dit tot blijvende gedragsverandering leidt, min of meer door het toeval bepaald. Zo zegt Remco van Lunteren, gedeputeerde in Utrecht: “we willen mensen verleiden om niet in de spits te gaan rijden. Dit doen we door hen daarvoor te belonen. Mensen krijgen geld wanneer ze buiten de spits gaan rijden of wanneer ze kiezen voor een ander vervoermiddel,” om er aan toe te voegen dat hij hoopt dat er een blijvende gedragsverandering op zal treden.
Zestien basisbehoeften
Hoe kunnen we deze ‘hoop’ nu een handje helpen? Steven Reiss, hoogleraar psychologie aan de Ohio State University, reikt ons daarvoor handvatten aan. Hij vindt het onderbrengen van motivaties in de categorieën ‘ intrinsiek’ en ‘extrinsiek’ geforceerd en weinig opleveren. Daarvoor in de plaats geeft hij 16 basisbehoeften waarmee mensen hun gedrag ‘uit eigen beweging’ laten sturen. Nu is 16 een getal dat niet meteen een gevoel oproept van ‘makkelijk behapbaar.’ Maar, als weerwoord daarop zegt Reiss zelf: “Scheikundigen klagen ook niet over het feit dat ze met 115 basiselementen moeten werken!” En daar heeft hij natuurlijk wel een punt.Hier komen ze alle zestien (wat beweegt mensen?):
- Macht, behoefte om invloed te hebben
- Nieuwsgierigheid, behoefte aan kennis
- Onafhankelijkheid, behoefte om autonoom te zijn
- Status, behoefte aan sociale erkenning en aandacht
- Sociaal contact, behoefte aan gezelschap en interactie
- Wraak, behoefte om quitte te spelen, maar ook om te strijden en te winnen
- Eer, behoefte om te gehoorzamen aan traditionele morele normen en waarden
- Idealisme, behoefte om de samenleving te verbeteren
- Lichaamsbeweging, behoefte om de spieren te trainen
- Liefde en romantiek, behoefte an seks en hofmakerij
- Gezin, behoefte om te leven met een partner en kinderen groot te brengen
- Orde, behoefte om te organiseren
- Eten, behoefte om voedsel tot zich te nemen
- Acceptatie, behoefte aan bevestiging
- Kalmte, behoefte om onrust en angst te vermijden
- Sparen, behoefte om te verzamelen en zuinig te zijn.
Mobiliteitsmanagement ‘uit eigen beweging’
Laten we een aantal van de elementen van Reiss in het licht plaatsten van mobiliteitsmanagement. Een paar suggesties:
- Zorg dat het nieuwe gedrag ‘macht’ oplevert voor de deelnemer. Denk bijvoorbeeld aan extra verworvenheden binnen het bedrijf waar hij werkt (ruimere parkeermogelijkheden op de momenten dat hij wel met de auto komt; flexibelere werktijden, et cetera.)
- Zorg voor blijvende nieuwsgierigheid. Ontdek wat de deelnemer aanspreekt en blijf de deelnemer daarop prikkelen, ook nadat de beloning is weggevallen.
- Laat mensen zich niet afhankelijker voelen van externe omstandigheden dan voorheen. Dit is heel belangrijk. Voor een groot deel is dit bijvoorbeeld de oorzaak van de beperkte populariteit van carpoolen. Door op de traditionele manier te gaan carpoolen raak je vaak veel flexibiliteit en autonomie kwijt;
- Zorg dat je er status door krijgt. Wie gezien wordt als ‘de moderne flexer’ of ‘de multimodale superforens 2.0’ is meer gemotiveerd vol te houden, dan hij die gezien wordt als ‘de kneus die er is ingetrapt’;
- koppel er een sociaal aspect aan! Geef mensen de mogelijkheid om ervaringen te delen, zowel positieve als negatieve. Organiseer de mogelijkheden om dit te doen (zowel fysiek als digitaal);
- Sluit aan bij traditionele normen en waarden als kwaliteit, verantwoordelijkheid en afspraak is afspraak. Iemand die meedoet heeft behoefte om hierop bevestiging te ontvangen. Dit gebeurt niet door belerend te zijn of mensen vanuit de hoogte aan te spreken, maar door het geven van oprechte waardering en zinvolle feedback (hier kom ik in een volgende blog op terug);
- Laat mensen hun eigen mobiliteitsgedrag organiseren en biedt ze daarvoor tools die tegelijk leuk en makkelijk zijn.
De vertaalslag van basisbehoeften naar effectief mobiliteitsmanagement vraagt nog wel wat uitwerking en inbreng van creatieve geesten. Maar mensen motiveren vanuit de dingen die hen echt aanspreken zal uiteindelijk toch de enige weg naar (langdurig) succes zijn.
Referenties
– Reiss, S. (2000). Who am I? : the 16 basic desires that motivate our behavior and define our personality. New York, Jeremy P. Tarcher/Putnam.
– Samenwerkingsverband Spitsmijden, 2009, Effecten van belonen in Spitsmijden 2. Hoe verleid je automobilisten? , CoMMunication.
– Tertoolen, G, Van Krefeld, D & Verstraten, B., 1998, Psychological resistance against attempts to reduce private car use, in: Transportation Research-A, Vol. 32, nr 3., blz 171- 181.
– De stad Amersfoort, 2012, Minder auto’s in de spits door Spitsvrij, Koninklijke BDU Uitgevers bv.
– Vonk, R.,2011, Vrije wil deel 2; wie gelooft is beter af, in: Menselijke gebreken voor gevorderden, Scriptum.