De kunst van het intrinsiek motiveren

(Deze blog is eerder verschenen op KpVV-weblog Gedrag)

 

Uit eigen beweging …!? De kunst van het intrinsiek motiveren

Iets doen uit jezelf of voor anderen… 

Mensen kunnen iets om twee redenen doen: omdat ze het echt zelf willen, of omdat ze er door anderen toe worden aangezet. In de psychologie heet dat respectievelijk intrinsieke en extrinsieke motivatie.

Op het eerste gezicht lijkt intrinsieke motivatie krachtiger te zijn en langduriger gedrag te kunnen sturen dan extrinsieke motivatie. Als je iets doet omdat het uit jezelf komt, zal je dat dus ook wel leuk vinden en vaker of langer blijven doen. In de praktijk is het natuurlijk wat lastiger. Als je iets doet omdat het geld oplevert bijvoorbeeld, doe je dat dan vanuit jezelf of niet? Geld is het beste voorbeeld van een extrinsieke motivatie, maar geld verdienen kan tegelijk een sterke intrinsieke motivatie zijn. En lichaamsbeweging lijkt in eerste instantie heel ‘intrinsiek’ te zijn; je voelt je dan immers beter. Maar als je moet fietsen, terwijl je op dat moment liever achterover in je bestuurdersstoel hangt, dan klinkt het plots weer heel ‘extrinsiek.’  Roos Vonk, hoogleraar sociale psychologie aan de Radboud Universiteit Nijmegen, spreekt daarom liever van ‘vrij’ en ‘onvrij’ gedrag. Doe je iets vanuit je hart of meer vanuit je hoofd? Helemaal oplossen doe je het probleem er niet mee, want ook vrij en onvrij zijn niet eenduidig te interpreteren.     

 

Mobiliteitsmanagement: motiveren tot ander gedrag

Laten we eens kijken naar mobiliteitsmanagement. Het uitgangspunt is meestal dat er mensen zijn die regelmatig in de spits in hun auto zitten op weg naar of van hun werk. En het zou mooi zijn als een deel daarvan het eens anders zou willen proberen. Zo vrijblijvend als ik het nu formuleer, zo is de praktijk. We hebben het dus niet over dwingen, niet over sterk ontraden van bestaand gedrag en niet over (autootje) pesten of liters azijn! We hebben het over aansporen: zoeken naar manieren om deze forenzen intrinsiek te motiveren. Geijkte manier om mensen te motiveren tot iets nieuws is hen geld aan te bieden als zij hun gedrag veranderen. Veel spitsmijden-projecten passen dit principe toe. Wat we vervolgens zien is dat zo gauw de beloning stopt, veel mensen terugvallen in het oude gedrag. Neem spitsmijden op de A12, waar men concludeert : ‘De gedragsaanpassing houdt aan zolang de prikkel (lees: de beloning) aanhoudt.

. IMG_2536

Belonen kan worden ingezet als mobiliteitsmaatregel over een langere periode zonder een afname aan effectiviteit mits de prikkel in stand blijft.’ Met andere woorden: men mijdt de spits overwegend om de beloning binnen te halen, niet omdat men ander gedrag zo prettig vindt.Dat is ook in lijn met de resultaten van een klassiek experiment op dit gebied. Men liet kinderen in de leeftijd van drie tot vijf jaar met kleurpotloden spelen. Sommige kinderen kregen te horen dat ze daarvoor een beloning kregen. Andere kinderen werd niets verteld, maar kregen onverwacht een beloning. Een derde groep werd niets verteld en kreeg ook geen beloning. De eerste groep gunde de kleurpotloden na afloop geen blik meer waardig. De andere twee groepen kinderen bleven met de kleurpotloden spelen. Zij deden het immers ‘uit zich zelf.’ Er zijn natuurlijk ook werknemers die als gevolg van de tijdelijke beloning hun gedrag blijvend veranderen. Zo zegt een deelnemer aan spitsmijden op de A12: “Sinds de start van Spitsmijden werk ik eerst een uurtje thuis. Dat is inmiddels een uiterst productief uur geworden, waarin ik zonder te worden gestoord een hoop werk verzet.” Deze deelnemers hebben iets ontdekt dat ze blijvend intrinsiek motiveert, of zoals Marcel Praust, een schrijver en criticus uit het begin van de 20de eeuw, het zei: “The real act of discovery consists not in finding new lands, but in seeing with new eyes.” De beloning was slechts een zetje wat ze nodig hadden om de wereld met andere ogen te gaan bezien. De werkelijke, intrinsieke, motivatie komt dan uit tijdswinst, gemak, plezier, gezondheid of ‘gewoon’ uit het gevoel iets goeds te doen (voor jezelf, je baas of voor de hele wereld; dat maakt dan niet eens zoveel meer uit).  Van fileslaaf naar ontdekkingsreiziger   Laten we alle ingewikkelde discussies tussen psychologen, filosofen en andere deskundigen maar even parkeren en er van uitgaan dat geld in essentie een extrinsieke beloning is: je verandert je gedrag dan vanwege het geld en niet omdat je het nieuwe gedrag echt leuk vindt. Als dat zo is, dan werkt mobiliteitsmanagement via belonen dus alleen als mensen vervolgens ‘ontdekken’ dat er meer te koop is in de wereld dan ze dachten. Ze vragen zich af: ‘waarom ben ik eigenlijk niet veel eerder gaan fietsen?’. Of: ‘Ik wist niet dat thuiswerken zo makkelijk was.’ En zelfs de mensen die ervaren dat het openbaar vervoer zo slecht nog niet is. Al deze mensen krijgen nieuwe mogelijkheden in het oog; ze veranderen van fileslaaf in ontdekkingsreiziger.   

 

bmw-bicycle-1

Foto: https://limcorp.net/2008/bmw-bicycles

 

Mobiliteitsmanagement tussen hoop en vrees 

Programma’s waarin forenzen beloond worden voor spitsmijdend mobiliteitsgedrag worden bij de start vaak gekenmerkt door de angst of er wel voldoende deelnemers kunnen worden gevonden. Zo bleek bij een project ‘Spitsmijden in Haaglanden’ in 2010 dat er bijna niemand mee wilde doen. Voor een deel was dit te wijten aan het feit dat er een kastje moest worden ingebouwd in de auto en dat wilden veel automobilisten liever niet.Zijn er eenmaal voldoende deelnemers gevonden, dan wordt het aantal mensen voor wie dit tot blijvende gedragsverandering leidt, min of meer door het toeval bepaald. Zo zegt Remco van Lunteren, gedeputeerde in Utrecht: “we willen mensen verleiden om niet in de spits te gaan rijden. Dit doen we door hen daarvoor te belonen. Mensen krijgen geld wanneer ze buiten de spits gaan rijden of wanneer ze kiezen voor een ander vervoermiddel,” om er aan toe te voegen dat hij hoopt dat er een blijvende gedragsverandering op zal treden. 

Zestien basisbehoeften 

Hoe kunnen we deze ‘hoop’ nu een handje helpen? Steven Reiss, hoogleraar psychologie aan de Ohio State University, reikt ons daarvoor handvatten aan. Hij vindt het onderbrengen van motivaties in de categorieën ‘ intrinsiek’ en ‘extrinsiek’ geforceerd en weinig opleveren. Daarvoor in de plaats geeft hij 16 basisbehoeften waarmee mensen hun gedrag ‘uit eigen beweging’ laten sturen. Nu is 16 een getal dat niet meteen een gevoel oproept van ‘makkelijk behapbaar.’ Maar, als weerwoord daarop zegt Reiss zelf: “Scheikundigen klagen ook niet over het feit dat ze met 115 basiselementen moeten werken!” En daar heeft hij natuurlijk wel een punt.Hier komen ze alle zestien (wat beweegt mensen?):

  1. Macht, behoefte om invloed te hebben
  2. Nieuwsgierigheid, behoefte aan kennis
  3. Onafhankelijkheid, behoefte om autonoom te zijn
  4. Status, behoefte aan sociale erkenning en aandacht
  5. Sociaal contact, behoefte aan gezelschap en interactie
  6. Wraak, behoefte om quitte te spelen, maar ook om te strijden en te winnen
  7. Eer, behoefte om te gehoorzamen aan traditionele morele normen en waarden
  8. Idealisme, behoefte om de samenleving te verbeteren
  9. Lichaamsbeweging, behoefte om de spieren te trainen
  10. Liefde en romantiek, behoefte an seks en hofmakerij
  11. Gezin, behoefte om te leven met een partner en kinderen groot te brengen
  12. Orde, behoefte om te organiseren
  13. Eten, behoefte om voedsel tot zich te nemen
  14. Acceptatie, behoefte aan bevestiging
  15. Kalmte, behoefte om onrust en angst te vermijden
  16. Sparen, behoefte om te verzamelen en zuinig te zijn.


Mobiliteitsmanagement ‘uit eigen beweging’

Laten we een aantal van de elementen van Reiss in het licht plaatsten van mobiliteitsmanagement. Een paar suggesties:

  • Zorg dat het nieuwe gedrag ‘macht’ oplevert voor de deelnemer. Denk bijvoorbeeld aan extra verworvenheden binnen het bedrijf waar hij werkt (ruimere parkeermogelijkheden op de momenten dat hij wel met de auto komt; flexibelere werktijden, et cetera.)
  • Zorg voor blijvende nieuwsgierigheid. Ontdek wat de deelnemer aanspreekt en blijf de deelnemer daarop prikkelen, ook nadat de beloning is weggevallen.
  • Laat mensen zich niet afhankelijker voelen van externe omstandigheden dan voorheen. Dit is heel belangrijk. Voor een groot deel is dit bijvoorbeeld de oorzaak van de beperkte populariteit van carpoolen. Door op de traditionele manier te gaan carpoolen raak je vaak veel flexibiliteit en autonomie kwijt;
  • Zorg dat je er status door krijgt. Wie gezien wordt als ‘de moderne flexer’ of ‘de multimodale superforens 2.0’ is meer gemotiveerd vol te houden, dan hij die gezien wordt als ‘de kneus die er is ingetrapt’;
  • koppel er een sociaal aspect aan! Geef mensen de mogelijkheid om ervaringen te delen, zowel positieve als negatieve. Organiseer de mogelijkheden om dit te doen (zowel fysiek als digitaal);
  • Sluit aan bij traditionele normen en waarden als kwaliteit, verantwoordelijkheid en afspraak is afspraak. Iemand die meedoet heeft behoefte om hierop bevestiging te ontvangen. Dit gebeurt niet door belerend te zijn of mensen vanuit de hoogte aan te spreken, maar door het geven van oprechte waardering en zinvolle feedback (hier kom ik in een volgende blog op terug);
  • Laat mensen hun eigen mobiliteitsgedrag organiseren en biedt ze daarvoor tools die tegelijk leuk en makkelijk zijn.

De vertaalslag van basisbehoeften naar effectief mobiliteitsmanagement vraagt nog wel wat uitwerking en inbreng van creatieve geesten. Maar mensen motiveren vanuit de dingen die hen echt aanspreken zal uiteindelijk toch de enige weg naar (langdurig) succes zijn.

 

Referenties

– Reiss, S. (2000). Who am I? : the 16 basic desires that motivate our behavior and define our personality. New York, Jeremy P. Tarcher/Putnam.
– Samenwerkingsverband Spitsmijden, 2009, Effecten van belonen in Spitsmijden 2. Hoe verleid je automobilisten? , CoMMunication.
– Tertoolen, G, Van Krefeld, D & Verstraten, B., 1998, Psychological resistance against attempts to reduce private car use, in: Transportation Research-A, Vol. 32, nr 3., blz 171- 181.
– De stad Amersfoort, 2012, Minder auto’s in de spits door Spitsvrij, Koninklijke BDU Uitgevers bv.
– Vonk, R.,2011, Vrije wil deel 2; wie gelooft is beter af, in: Menselijke gebreken voor gevorderden, Scriptum.

 

Leave a Comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *